Misschien ken je dit pluizige wezen nog niet, dat in sommige delen van Zuid-Amerika leeft. Maar je kent waarschijnlijk wel de beroemde familie van dit zoogdier. De rode neusbeer is een nauwe verwant van de wasbeer! Net als zijn neef heeft dit zoogdier de grootte van een grote huiskat, een geringde staart en schuilt hij graag in de bomen.
In tegenstelling tot de wasbeer die 's nachts actief is, gaat de rode neusbeer voornamelijk slapen bij het vallen van de avond. Deze dieren veranderen de boomtoppen in gezellige slaapkamers en bouwen comfortabele nesten van bladeren en takjes voor hun jongen. Als hij slaapt, legt de rode neusbeer zijn neusje op zijn buik. Schattig!
Hij gebruikt zijn lange neus om kieren tussen rotsen te vinden en zoekt naar voedsel onder bladstapels. Ze voeden zich met insecten, fruit, knaagdieren, hagedissen en kleine slangen.
De vrouwtjes en hun jongen eten, slapen en verplaatsen zich in groepen van ongeveer 30 individuen. Mannetjes gaan alleen wonen wanneer ze 2 jaar oud zijn. Tijdens het korte paarseizoen, zoeken zij de vrouwtjes opnieuw op. In groep zijn de dieren ware babbelkousen – ze klikken, grommen, fluiten en blaffen wanneer ze op zoek zijn naar voedsel. In tegenstelling tot de wasbeer, laat de rode neusbeer graag weten dat hij er is.
Rode neusberen zijn heel goede klimmers. Hun lange voorpoten met scherpe klauwen kunnen zich vastgrijpen en hen veilig houden wanneer ze op de hoogste boomtoppen klimmen. Ze gebruiken hun lange staart om hun evenwicht te behouden wanneer ze zich over smalle taken en boomstronken bewegen. Wanneer ze van de boomtoppen naar de grond gaan, kunnen ze hun enkelgewrichten omdraaien waardoor ze met hun hoofd recht naar beneden afdalen.